zondag 15 december 2013

Enquêtes taalattitudes bij kinderen - 2


Voor het vak taalvaardigheden ging ik drie enquêtes gaan afleggen met kinderen.
Een meisje van het derde kleuter, een jongen van het 2e of 3e leerjaar en een meisje van het 5e of 6e leerjaar.
Ik had een cd en een prent bij waar er een boom en een bank op stond met sneeuw. (zie foto)
Er stonden op de cd 3 fragmenten: de eerste was in het Nederlands, de tweede was in tussentaal en de derde was in het dialect.

Achter dat het kind de drie fragmenten beluisterde (als het nodig was beluisterden ze dit nog eens) en terwijl keek naar de foto stelde ik enkele vragen:

1) Wie van de drie is een meester?
2) Wie van de drie woont in een groot huis?
3) Wie van de drie heeft zwarte schoenen aan?
4) Wie van de drie helpt graag andere mensen?
5) Wie van de drie heeft veel vrienden?

Ik vond het wel eens tof om deze enquête af te leggen bij kinderen want de kinderen waren meteen enthousiast!

Soms was het ook wel grappig bij het derde fragment in het dialect.

Ik merkte wel een verschil, het meisje uit het derde kleuter gaf soms gewoon een antwoord, omdat ze zei dat ze eens het derde fragment nam omdat ze die nog niet genomen heeft.
Terwijl het meisje uit het zesde leerjaar duidelijk aan het denken was over haar antwoord bv.: toen ik de vraag stelde: "Welke van de drie is een meester?".
En toen zei ze de eerste omdat hij mooi Nederlands praatte. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten